Type: Nieuws

MedMij gecontroleerd live bij vijf zorgaanbieders

Een geselecteerde groep patiënten en cliënten van vijf zorgaanbieders (GGZ, huisartsen en een laboratorium) in Eindhoven en Nederweert kunnen sinds 15 november hun gezondheidsgegevens ophalen in een PGO met het MedMij-label. Dit gebeurt in de grootste gecontroleerde livegang (GLG) van MedMij tot dusver.

In een GLG worden echte gezondheidsgegevens tussen zorgverleners en de PGO van een geselecteerde groep patiënten uitgewisseld op de MedMij-manier. MedMij werkt hierbij samen met PROVES, een programma dat de werking van MedMij in de praktijk toetst. Eerder vonden er al succesvolle GLG’s plaats bij onder andere huisartsen en apotheken. Maar nog nooit waren er zoveel zorgaanbieders betrokken bij een GLG.

De deelnemende zorgaanbieders zijn Huisartsenpraktijk Nederweert, Huisartsenpraktijk Achtse Barrier, Huisartsenpraktijk Artois, GGZe en het diagnostisch centrum Diagnostiek voor U. Het is ook de eerste keer dat binnen een GLG drie verschillende gegevensdiensten worden gebruikt, wat in dit geval betekent dat deelnemers zowel hun huisartsgegeven, labuitslagen en de BgGGZ (Basisgegevens GGGZ) kunnen verzamelen.

Meerwaarde PGO

De patiënten die meedoen aan de GLG kunnen dus in hun PGO gegevens ophalen bij verschillende zorgaanbieders. En dat is precies de beoogde meerwaarde van een persoonlijke gezondheidsomgeving: dat je overzicht en grip op je gezondheidsgegevens krijgt, ook als die over verschillende zorgaanbieders verspreid zijn.

Er zijn drie PGO’s bij deze GLG betrokken: Quli, Ivido en Selfcare. Patiënten kunnen zelf kiezen welke persoonlijke gezondheidsomgeving ze willen gebruiken. Het Regionaal Zorg Communicatie Centrum (RZCC) in Eindhoven is de initiatiefnemer van deze gecontroleerde livegang. Stackr en Hinq treden op als DVZA (dienstverlener zorgaanbieder).

Gebruikservaringen

De gecontroleerde livegangen van MedMij duren drie maanden. De inzichten en verbeteringen die deze GLG’s opleveren, worden meegenomen in de doorontwikkeling van MedMij en verdere livegangen. Ook worden gebruikservaringen van patiënten en zorgverleners verzameld. Deze resultaten worden gebruikt om andere partijen te helpen bij de uitrol en implementatie van PGO’s in Nederland.

MedMij publiceert nieuwe versie afsprakenstelsel

MedMij publiceerde zaterdag 30 oktober 2021 een nieuwe versie van het afsprakenstelsel: release 1.5.0. Release 1.4.0 wordt daarmee de verplichte versie voor gegevensuitwisseling conform MedMij. Wij zetten de grootste veranderingen op een rij.

MedMij-deelnemers waren betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe release en de uitwerking daarvan. Net als de voorgaande release kwam 1.5.0 mede tot stand op basis van requests for change (RFC’s). Deze RFC’s werken we in een openbare omgeving uit (Confluence) zodat MedMij-deelnemers kunnen bijdragen aan (mogelijk) toekomstige ontwikkelingen.

Hiervoor organiseerde MedMij onder meer verschillende expertsessies waarin betrokkenen actief mee konden denken over de nieuwe release van het afsprakenstelsel. Ook dit keer zagen we tijdens de sessies veel betrokkenheid van MedMij-deelnemers waarmee we fundament verder kunnen verstevigen.

Release 1.4.0 nu de verplichte versie

Sinds vorig jaar werkt MedMij met een zogenaamd ‘dakpanmodel’. Release 1.3.0 (de tot 30 oktober 2021 verplichte release) krijgt vanaf 30 oktober de status ‘verouderd’. Dit wil zeggen dat deze release niet meer actief is. Release 1.4.0 wordt nu de verplichte versie. Release 1.5.0 (de nieuw gepubliceerde versie) is ook geldig, met een optionele status. Hiermee geeft MedMij alle deelnemers de tijd om de veranderingen, die een nieuwe release met zich meebrengt, te implementeren. Een ander doel is zorgen dat PGO-gebruikers sneller nieuwe functionaliteiten kunnen gebruiken.

MedMij blijft samen met haar deelnemers het afsprakenstelsel doorontwikkelen. Toekomstige aanpassingen zullen volgen uit onder meer wet- en regelgeving, techniek en standaarden en uiteraard uit wensen en eisen van de deelnemers.

Wijzigingen in release 1.5.0

We voerden onder meer deze wijzigingen door:

Gebruiksvriendelijkheid

Het aantal keer dat de PGO-gebruiker moet inloggen, en toestemming moet geven, wordt verkleind. Iemand kan in één keer toestemming geven voor het verzamelen van gegevens bij alle gegevensdiensten die een aanbieder aanbiedt op het netwerk. Dit is enkel mogelijk voor de gegevensdiensten die een aanbieder via dezelfde leverancier (Dienstverlener aanbieder) worden aangeboden. Voor PGO’s is dit optioneel om in te bouwen, voor DVZA’s verplicht.

Veiligheid

MedMij vereist bij het inloggen op een PGO dat er naast wachtwoord een tweede verificatie plaatsvindt om de identiteit van de gebruikers vast te stellen, dit wordt tweefactor authenticatie genoemd. Als tweede factor wordt SMS gezien als onvoldoende veilig. Daarom worden PGO’s verplicht om ook een veiligere tweede factor te bieden. In een latere versie zal SMS niet meer worden toegestaan.
Het verplicht gebruik van tweefactor authenticatie geldt voortaan op de volledige PGO dat het MedMij-label draagt, niet alleen op het deel waar de MedMij-uitwisseling plaatsvindt.

Machtigen

Optioneel kan vrijwillige vertegenwoordiging worden aangeboden. Hierdoor kan een PGO-gebruiker zich binnen de eigen PGO laten vertegenwoordigen door iemand anders. De vertegenwoordiger maakt gebruikt van het dossier dat al voor de vertegenwoordigde bij de PGO-leverancier bekend is.

Interoperabiliteit

Om interoperabiliteit te bewerkstelligen is het noodzakelijk dat deelnemers dezelfde versie van een gegevensdienst ondersteunen. Om dit te borgen wordt een dakpansgewijze introductie van gegevensdiensten geïntroduceerd waarbij de oudste van de versie van de gegevensdienst verplicht te ondersteunen is.

Het MedMij Afsprakenstelsel

Het MedMij Afsprakenstelsel is een set van afspraken waaraan organisaties (vaak zijn dit leveranciers van PGO’s en zorginformatiesystemen) moeten voldoen om MedMij-deelnemer te kunnen worden. Het stelsel bevat afspraken op juridisch-, technisch- en informatiebeveiligingsgebied. Door deelnemer te worden van het MedMij Afsprakenstelsel verbinden partijen zich aan deze set van afspraken en zijn gebruikers verzekerd van veilige en betrouwbare gegevensuitwisseling.

Voor een totaaloverzicht van de wijzigingen: zie de changelog. Alles over het afsprakenstelsel lees je hier.

Eindrapportage PoC Elektronische Toegangsdiensten gepubliceerd

Op 11 oktober 2021 is de eindrapportage van de Proof of Concept (PoC) Elektronische Toegangsdiensten (eTD) vanuit PROVES-MedMij opgeleverd aan Stichting MedMij.

Het eTD Afsprakenstelsel is een set van technische, functionele, juridische en organisatorische afspraken. Binnen het eTD Afsprakenstelsel wordt eHerkenning geleverd, waarmee ondernemers, bedrijven, organisaties en intermediairs veilig en betrouwbaar online zaken kunnen doen met (overheids)organisaties en bedrijven. In deze eindrapportage staan bevindingen opgedaan tijdens de technische beproeving van authenticeren en verzamelen van gegevens met behulp van eHerkenning en een aantal aanbevelingen.

Hier vind je de eindrapportage. Hier vind je de video met de flow PoC eTD.

Doelstellingen

Om het authenticeren en verzamelen van gegevens met behulp van eHerkenning technisch te beproeven werden de volgende doelstellingen gesteld:

  1. Beproeven van de mogelijkheid om niet opnieuw te hoeven authenticeren bij herhaalde opvraging van gegevens bij dezelfde zorgaanbieder.
  2. Beproeven van een oplossing die authenticatie op electronic IDentities And Trust Services (eIDAS) niveau Substantieel mogelijk maakt.
  3. Borgen dat de zorggebruiker die inlogt in de PGO dezelfde is als degene die inlogt bij de zorgaanbieder.
  4. Generiek technisch koppelvlak definiëren tussen dienstverlener persoon (DVP), dienstverlener zorgaanbieder (DVZA) en eHerkenningsleveranciers.
  5. Beproeven van een alternatief authenticatiemiddel naast DigiD.
Resultaten en deelnemers

Gedurende 2020 en 2021 realiseerden de leveranciers:

  • een succesvolle generieke koppeling tussen eHerkenning (gebaseerd op het eTD-stelsel) en het MedMij-stelsel
  • dienstbemiddeling DVP: waarbij een zorggebruiker voorafgaand aan het verzamelen van gegevens kan aangeven bij welke zorgaanbieder de zorggebruiker meerdere gegevensdiensten wil verzamelen
  • dienstbemiddeling DVZA (Single Sign On beleving) waarbij de zorggebruiker niet opnieuw hoeft te authenticeren bij herhaaldelijke opvraging van gegevens bij dezelfde zorgaanbieder
  • theoretische beproeving van dynamische dienstbemiddeling: waarvoor leveranciers zich verdiepten in het technisch realiseren van de mogelijkheid om bij meerdere zorgaanbieders, meerdere gegevensdiensten te verzamelen.

Bij de toepassing van het stelsel binnen de PoC werkt de DVP met een (versleuteld) pseudoniem en de DVZA met een (versleuteld) BSN die cryptografisch onderling verbonden zijn en daardoor aantoonbaar van dezelfde persoon zijn. Hierdoor kan de DVP met de DVZA betrouwbaar, veilig en privacy-vriendelijk communiceren over een zorggebruiker zonder dat:

  • de DVP het BSN en de DVZA het (DVP-specifieke) pseudoniem van de zorggebruiker kent
  • de DVP en de DVZA ooit eerder contact hebben gehad over deze zorggebruiker
  • ‘MedMij/PGO-specifieke’ onboardingsprocedures van de zorggebruiker bij de (DV)ZA noodzakelijk zijn.

Lees voor meer informatie over de pseudoniemen en identiteiten in de context van de PoC pagina 10 van de rapportage.

Aan de PoC werkten de volgende leveranciers mee:

  • DVP: Drimpy en Zorg & Welzijn Connect
  • DVZA-rol: VECOZO
  • eHerkenningsmakelaar: Signicat
  • Authenticatiedienst (eHerkenningsleverancier): UnifiedPost (Z-login)
  • BSNk: Logius

Lees voor meer informatie over de invulling van de rollen binnen het eTD Afsprakenstelsel pagina 9 van de rapportage.

Bevindingen

Het authenticeren en verzamelen van gegevens met behulp van eHerkenning binnen het MedMij-netwerk is succesvol beproefd en er werden bevindingen opgedaan. Deze bevindingen worden in de eindrapportage gecategoriseerd als noodzakelijk, ter suggestie of ter overweging en zijn besproken met Stichting MedMij en beheerorganisatie eTD.

Een belangrijke bevinding is dat het aansluiten op eHerkenning binnen het MedMij-netwerk als zeer complex werd ervaren. Voor leveranciers van beide stelsels is het andere stelsel nieuw, waardoor er niet over gebaande paden kan worden gelopen. Het eTD SAML-koppelvlak wordt als zodanig complex ervaren door DVP’s dat ondersteuning door eTD-partijen noodzakelijk is. ETD-leveranciers geven aan dat ze graag meer onderzoek doen naar waar de behoeftes voor ondersteuning van DVP’s en DVZA’s liggen.

Een tweede belangrijke bevinding is dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar de wijze van samenbrengen van de twee stelsels, met de daarbij horende consequenties. Leveranciers gaven bijvoorbeeld aan dat zowel het eTD Afsprakenstelsel als het MedMij Afsprakenstelsel een dienstencatalogus hanteert. Bij het samenbrengen van de twee stelsels moet er vooraf onderzocht zijn wat de impact is als beide stelsels alle zorgaanbieders gaan opnemen in hun eigen dienstencatalogus. Daarnaast geven leveranciers aan dat de huidige beproefde oplossingen voor het niet opnieuw authenticeren (dienstbemiddeling DVP & DVZA) nog efficiënter kan, waardoor het samenbrengen van de twee stelsels makkelijker wordt en meer voordelen met zich meebrengt.

Een derde belangrijke bevinding is dat bepaalde aspecten naast de techniek, zoals kosten en beleid, als gevolg van het samenbrengen van de twee stelsels moeten worden onderzocht. Op dit moment is het bijvoorbeeld niet vastgesteld bij wie de kosten voor het gebruik van eHerkenningsmiddelen binnen het burgerdomein landen. De benodigde juridische borging om eHerkenning in de praktijk te kunnen inzetten in het burgerdomein en binnen het MedMij Afsprakenstelsel valt buiten scope van deze technische beproeving.

Stichting MedMij, beheerorganisatie eTD en PROVES (VZVZ) kijken terug op een geslaagde technische beproeving en een prettige samenwerking met leveranciers. De PoC heeft veel waardevolle inzichten opgeleverd op basis waarvan stappen genomen kunnen worden om authenticatie binnen MedMij gebruiksvriendelijker te laten verlopen.

Zes zelfstandige klinieken kunnen gegevens met PGO’s uitwisselen

Zes zelfstandige klinieken hebben versneld module 1 van de VIPP 5-regeling succesvol afgerond. Deze koplopers kunnen gegevens uitwisselen met de patiënt via een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) conform het MedMij Afsprakenstelsel.

Ruim 200 instellingen doen mee aan de VIPP 5-subsidieregeling. Dit zijn ziekenhuizen, klinieken, categorale instellingen, UMC’s en audiologische centra. De regeling bestaat uit drie modules waarbij voor de verplichte module 1 de instelling digitaal gegevens beschikbaar moet kunnen stellen aan de PGO van de patiënt. Dat betekent dat ruim 200 ziekenhuizen en klinieken voor 30 september 2022 aansluiten op MedMij.

Zes versnellers

Zes klinieken gingen de uitdaging aan om al in 2021 op MedMij aan te sluiten door te kiezen voor de versnellingsroute. De versnellers hebben in een periode van 30 dagen een gebruikspercentage van minimaal 5 procent gerealiseerd. Met andere woorden: minstens 5 procent van de patiënten/cliënten van deze klinieken hebben gegevens opgehaald in een PGO. Alle zes de klinieken (Stichting Reumazorg Zuid West Nederland, MI Care/ Stichting Aratame, CIR revalidatie, Women’s Healthcare Centre, Stichting Dermaclinic Buitenveldert, Stichting DermaZuid) slaagden daar ruimschoots in.

Een eigen PGO geeft patiënten de mogelijkheid hun gezondheidsgegevens van verschillende zorgverleners in te zien en zelf aan de slag te gaan met hun gezondheid. Doordat patiënten goed voorbereid en geïnformeerd bij de arts komen, wordt het consult effectiever ingezet en komt er meer tijd vrij voor begeleiding van de patiënt.

Verbind.MedMij

MedMij was nauw betrokken bij CIR revalidatie. Daar werd het nieuwe concept Verbind.MedMij voor het eerst als pilot in de praktijk getoetst. Het concept werkt als volgt: meteen na afloop van het consult of de behandeling geeft de zorgverlener een kaartje aan de patiënt met daarop een QR-code. Deze QR-code is uniek voor deze zorgaanbieder. Door het scannen van die code gaat de patiënt naar een algemene webpagina van MedMij. Op deze pagina kan de patiënt zijn of haar PGO selecteren en daarmee direct bij de juiste zorgaanbieder de gegevens ophalen. Of – wanneer de patiënt nog geen PGO heeft – vindt hij op dezelfde pagina achtergrondinformatie over PGO’s en kan hij een persoonlijke gezondheidsomgeving met MedMij-label uit een lijst kiezen. Na het aanmaken van een account kan ook dan de patiënt direct de gegevens bij deze zorgaanbieder ophalen.

CIR revalidatie haalde op deze manier ruimschoots de doelstelling. MedMij ontwikkelt het concept momenteel door, zodat op korte termijn een grotere uitrol mogelijk is.

Huisartsen, GGZ en ziekenhuizen

MedMij is ook druk bezig met het aansluiten van bijna 5.000 huisartsen en vanaf dit najaar volgen zo’n 90 GGZ-instellingen. Vanaf begin volgend jaar zullen de ziekenhuizen worden aangesloten op MedMij. Zo kunnen patiënten en cliënten steeds meer gegevens in hun PGO verzamelen.

Gecontroleerde livegang met DermaZuid succesvol van start

Een geselecteerde groep patiënten van DermaZuid, een zelfstandige kliniek in Maastricht waar huidaandoeningen behandeld worden, kunnen sinds eind mei succesvol de eigen zorggegevens ophalen in een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). DermaZuid is hiermee één van de eerste zorginstellingen in Nederland die de gegevensdiensten Basisgegevensset Zorg (een set van gegevens die in vrijwel elke situatie relevant is) en PDF/A (documenten) kan uitwisselen conform MedMij naar een PGO en burgers de regie kan geven over de eigen gezondheid.

Deze gegevensuitwisseling vindt plaats binnen een gecontroleerde livegang (GLG). In een GLG worden échte gezondheidsgegevens tussen zorgverleners en de PGO van een geselecteerde groep patiënten uitgewisseld op de veilige en betrouwbare MedMij-manier. MedMij werkt hierbij samen met PROVES: een programma dat de werking van MedMij in de praktijk toetst. Eerder is er al succes geboekt bij verschillende huisartsen, apotheken en een diagnostisch centrum.

De GLG bij het Maastrichtse DermaZuid begon op 27 mei met een vliegende start en includeerde al gelijk 15 patiënten. DermaZuid werkt in de coalitie samen met DVZA Drimpy en de PGO’s van Drimpy en Digeketen. De inzichten en verbeteringen worden meegenomen in de doorontwikkeling van MedMij en verdere livegangen. Ook worden gebruikerservaringen van patiënten en zorgverleners verzameld. De resultaten worden gebruikt om andere partijen te helpen bij de uitrol en implementatie van PGO’s in Nederland.

Pilot met CIR revalidatie van start

MedMij test gedurende de maand mei in een pilot een nieuw concept, waarmee het ophalen van gezondheidsgegevens in je PGO nog gemakkelijker wordt. De cliënten van alle zes de vestigingen van CIR revalidatie kunnen dit nieuwe concept deze maand als eerste in Nederland gebruiken.

Uit meerdere onderzoeken en ervaringen uit de praktijk blijkt dat de patiënt zijn of haar zorgverlener ziet als een belangrijke informatiebron over PGO-gebruik. Om zorgverleners hierbij te helpen én het de patiënt gemakkelijker te maken zijn of haar gegevens op te halen in een persoonlijke gezondheidsomgeving, wordt momenteel een nieuw concept in de praktijk getoetst.

Het concept werkt als volgt: meteen na afloop van het consult of de behandeling geeft de zorgverlener een kaartje aan de patiënt met daarop een QR-code. Deze QR-code is uniek voor deze zorgaanbieder. Door het scannen van die code gaat de patiënt naar een algemene webpagina van MedMij. Op deze pagina kan de patiënt zijn of haar PGO selecteren en daarmee direct bij de juiste zorgaanbieder de gegevens ophalen. Of – wanneer de patiënt nog geen PGO heeft – vindt hij op dezelfde pagina achtergrondinformatie over PGO’s en kan hij een persoonlijke gezondheidsomgeving met MedMij-label uit een lijst kiezen. Na het aanmaken van een account kan ook dan de patiënt direct de gegevens bij deze zorgaanbieder ophalen.

De pilot duurt de hele maand mei en wordt uitgevoerd bij alle zes vestigingen van CIR revalidatie. De deelnemende PGO’s zijn Zodos, Quli en Drimpy. Asterisque treedt op als DVZA (dienstverlener zorgaanbieder).
De resultaten van de pilot, waarin de ervaringen van de zorgverleners en cliënten uitgebreid aan bod komen, vormen de basis van de doorontwikkeling en mogelijk grootschalige uitrol bij meerdere zorgaanbieders en met meer PGO’s.